De laatste tijd las ik veel non-fictie en hoewel dit genre bijzonder informatief en interessant is, kwam ik niet veel mooie zinnen tegen. Als tegenhanger van de non-fictie las ik afgelopen zomer veel ‘popcorn’: lekker, luchtig, met weinig boekachtige calorieën. Zoals Maeve Binchy’s allerlaatste verhalenbundel (gevonden in een la van haar bureau!), de opvolgster van The Devil wears Prada (mwah) en Isabel Allende’s verhaal over een winter in New York. Perfect om tijdens een hittegolf te lezen. Net als popcorn vullen ze alleen niet echt. Maar! Ik las ook nog wat zwaargewichten en daar stonden een paar pareltjes in. Die deel ik hier met jullie. Enjoy!
Bring up the bodies – Hilary Mantel
You can be merry with the king, you can share a joke with him. But as Thomas More used to say, it’s like sporting with a tamed lion. You tousle its mane and pull its ears, but all the time you’re thinking, those claws, those claws, those claws.
The seven deaths of Evelyn Hardcastle – Stuart Turton
If this isn’t hell, the devil is surely taking notes.
Voor liefde zie de letter L – Paula
Het is gezellig, huiselijk, alles staat op de goede plek alsof het eeuwen geleden keurig is achtergelaten. … Een badkamer met bad, witte wandtegels en op de grond houten, matblauw gebeitste planken. Een leeg kooitje, bestemd voor de liefde of voor iets wat in elk geval in de buurt komt.

Het denkende hart van de barak – Brieven van Etty Hillesum
Mijn hart is vandaag alweer enige keren gestorven, het is ook alweer opgestaan. Ik neem van minuut tot minuut afscheid en voel me los van al het uiterlijke. Ik snijd de touwen door die me nog gebonden houden, ik haal alles binnenboord, waarmee ik meen de reis te moeten aanvaarden. Ik zit nu aan een stille gracht, m’n benen hangen neer langs de stenen wallekant en ik vraag me af of m’n hart niets eens zo vermoeid en versleten zal zijn, dat het niet meer als een vrije vogel zal gaan waar het wil.
De genezing van de krekel – Toon Tellegen
Het sombere gevoel leek wel ineen te krimpen van schrik en ergens ver weg te kruipen. Zonlicht gleed over de krekel heen en sloop geruisloos zijn hoofd in, en hij dacht aan zoete honingtaart en feestgedruis en maakte een sprong in de lucht. Toen vulde het sombere gevoel weer zijn hele hoofd, keek hij weer naar de grond en sjokte hij weer verder. Niet erg is toch erg, dacht hij, is toch heel erg.
Will Schwalbe – De leesclub voor het einde van het leven
Mijn moeder las snel. En er is nog iets wat ik moet vertellen: ze las altijd eerst het einde, omdat ze geen geduld had om te wachten hoe het zou aflopen. Ik realiseerde me toen ik dit boek begon te schrijven dat ze in zekere zin het einde al had gelezen, want als je alvleesklierkanker hebt en die wordt pas ontdekt als hij zich al heeft uitgezaaid, dan komt het einde niet als een verrassing. Dan kun je vrij zeker zijn van je lot.