Hier bij Ogma zijn we altijd bezig met het bedenken van nieuwe artikelen en rubrieken. Tijdens zo’n brainstormsessie bedachten we dat het leuk zou zijn om eens terug te kijken naar wat wij vroeger als kind lazen. Welke kinderboeken hebben indruk op ons gemaakt en herinneren we ons vandaag de dag nog steeds? Alleen terugkijken is ook zo wat, opnieuw lezen is interessanter. Wat vinden we nu van die klassiekers van toen? Vandaag deel 1, over Bruintje Beer.
De fijnste jeugdherinneringen die ik heb, zijn van mijn vader die mij voor het slapen gaan voorlas. Mijn moeder regelde de dagelijkse, praktische gang van zaken, mijn vader was van het aandacht geven, naar bed brengen en dus van het voorlezen. Mijn vader hield van lezen en voorlezen en hij was bovendien een verzamelaar en dus las hij zelden een op zichzelf staand boek voor, het waren altijd reeksen. Bruintje Beer, de Nederlandse vertaling van het Engelse beertje Rupert, was daar een van. Ik zie ons nog voor me, ik op het houten bed, mijn vader zittend en voorlezend. Happy memories. Wat ik me herinner van de verhalen zijn dat ik ze spannend vond, en de tekeningen mooi. De taal was wel wat bijzonder, niet het Nederlands dat ik sprak of hoorde. Maar Bruintje (die overigens in het echt wit is en alleen op de voorkant van de boekjes bruin ingekleurd, speciaal voor de Nederlandse versie) kreeg een speciaal plekje in mijn hart. Ik denk zelfs dat Bruintje Beer heeft meegeholpen bij de ontwikkeling van mijn anglofiele neigingen. De sfeer in de boeken is zo typisch Engels, heerlijk!
Inmiddels zijn mijn twee jongste dochters acht en vier en lees ik hen voor. Bij mijn oudste (nu bijna 16) deed ik dat ook, maar andere boeken (zij had haar eigen favorieten). De jongsten mogen meegenieten van mijn kinderklassiekers, waaronder Bruintje Beer. Voor mij is het een feest van herkenning, even terug naar die sfeer van toen. Ik herken alle figuren: Bullie Mops, Big Krulstaart, Freddie Snuit. Ik herken de verhalen: de boerderij waar Bruintje gaat logeren, de toverfee, dat kleine gastje met zijn toverfluit. Een groot ‘o, ja…’ gehalte dus. Voor mijn kinderen zijn het gewoon mooie fantasierijke verhalen. Soms enigszins op rijm gezet, wat het voorlezen een bepaalde poëtische kadans geeft, maar soms ook niet, of in een wel erg kromme halfrijm. Dat voegt toe aan de kneuterigheid, vind ik alleen maar leuk. De verhalen verschenen tussen (ruwweg)1920 en 1935 en hoewel dus een enigszins apart, want verouderd taalgebruik, blijven ze bijna honderd jaar na dato nog steeds overeind. Ik merk wel dat ik erg keurig ga spreken als ik Bruintje voorlees, dat is wat de ouderwetse taal doet. De kinderen merken er niets van, die worden de verhalen ingezogen. Ik kwam er wel achter dat de verhalen spannender zijn dan ik me herinner. Vooral bij het verhaal waarbij Bruintje ontvoerd wordt, verstopte mijn jongste dochter zich af en toe achter mijn rug. Nu kan die weinig hebben, wat spanning betreft, maar ik snapte het wel.
Conclusie: deze reeks blijft in de kast staan. Wellicht dat het mij gegund is om later deze reeks nog eens te herbeleven, als ik kleinkinderen heb om voor te lezen. Ach wat, zelfs al heb ik die niet, dan nog lees ik ze graag weer eens terug, gewoon voor mijn eigen plezier. Bruintje Beer blijft een held.
5 Comments
Vlijtig Liesje
27 mei 2016 at 08:25Wat zal dat heerlijk zijn voor je kinderen dat je ze zo voorleest. En ik moet glimlachen dat je er zo keurig van gaat praten : )
Wieneke
27 mei 2016 at 15:12Bruintje Beer ken ik niet, maar wel Bolleke de Beer. Daar was ik helemaal weg van als kind.
henriette
27 mei 2016 at 16:49Ik ken Bruintje Beer wel, maar Kleine Beer (denk tenminste dat de 5 boekjes zo heten) was meer favoriet hier.
henriette
27 mei 2016 at 16:53even googlen: schrijfster Else Holmelund Minarik, uitgegeven in 1957
Ogma
28 mei 2016 at 20:44Ga ik doen!